Een kritische blik op Human Design — deel 2: Het experiment met een valse start

Geschreven door Daisy De Boevere

Schrijver, gids & mystica

28 maart 2025

Ik zei al dat het niet lang zou duren voor je me terug zou horen, dus hier ben ik weer. Maar geen nood, na dit intense tweeluik neem ik even een pauze om aan nieuw materiaal te werken, dus dat geeft jou zeker voldoende tijd om deze twee grote happen te verwerken. Maar dan heb ik je tenminste misschien een beetje op weg kunnen zetten, en dat geldt ook voor mij, trouwens, om op een andere manier het experiment aan te gaan en te kijken wat er gebeurt.

Dus hier komt ie…

Dat Human Design een wetenschap is kunnen we, naar mijn gevoel, echt meteen al van tafel vegen. Om iets een wetenschap te mogen noemen moet er duidelijk aantoonbaar bewijs zijn van empirisch experiment. In de bijna 40 jaar dat Human Design bestaat is nog nooit een dergelijk bewijs aangevoerd.

Eleanor-Haspel Portner beweerde dat zij in samenspraak met Ra Uru Hu een statistisch onderzoek was gestart voor een bedrag van 20.000 dollar, waarvan Ra Uru Hu de helft zou betalen (maar nooit deed). Als ik in de wetenschappelijke community rondvraag naar wat voor soort onderzoek dit zou kunnen geweest zijn, dan lijkt het vooral te kunnen gaan om een soort pilot study, een beginpunt bij wijze van steekproef om daarna, indien de proef succesvol blijkt te zijn en de peer reviews positief, interesse te kunnen wekken voor een experiment op grotere schaal, waarvoor zeer grote fondsen nodig zijn. Met 20.000 dollar kan je dus geen echte empirische studie betalen, maar wel een eerste stap zetten naar fondsenwerving.

Waarom Human Design geen wetenschap is

Eigenlijk is dit een beetje overbodig om uiteen te zetten, maar kijk, omdat er veel mensen zijn die niet zo mee zijn met het hele verhaal en de controverse rond Human Design als systeem, ga ik dit toch even op een rijtje zetten, zodat er geen verwarring mogelijk is.

Omdat ik zelf geen wetenschapper of academicus ben, heb ik het zowel DeepSeek als ChatGPT gevraagd, beide antwoorden gecombineerd en gestructureerd, en laten nalezen door een bevriende professor aan een Nederlandse universiteit, wiens naam niet geassocieerd wil worden met Human Design:

1. Geen toetsbare hypothese

Een wetenschappelijk experiment begint met een duidelijke, falsifieerbare hypothese. Human Design beweert bijvoorbeeld dat iemand met een bepaalde Type-Strategie-Autoriteit combinatie het beste op een bepaalde manier beslissingen neemt. Dit klinkt als een hypothese, maar:

  • De uitspraken binnen Human Design zijn vaak te breed en niet specifiek toetsbaar.
  • Er is geen vooraf bepaalde meetbare uitkomst die bepaalt of de hypothese klopt of niet.

2. Gebrek aan controleerbare variabelen

  • In een experiment manipuleer je één onafhankelijke variabele en meet je de impact op een afhankelijke variabele.
  • In Human Design zijn er te veel bewegende delen (Type, Autoriteit, definitie, conditionering, omgevingsfactoren; het gaat natuurlijk om differentiatie en individuele uniekheid), waardoor het onmogelijk is om gecontroleerde variabelen vast te leggen.
  • Factoren als persoonlijke ervaringen, overtuigingen en interpretatie maken het onduidelijk wat precies het causale effect is.

3. Geen controlegroep

  • In wetenschappelijk onderzoek vergelijk je een experimentele groep met een controlegroep.
  • Bij Human Design wordt iedereen aangeraden om “zijn eigen experiment te doen,” maar zonder controlegroep kun je niet testen of het systeem beter werkt dan een willekeurige andere methode (zoals intuïtief leven zonder Human Design).

4. Resultaten zijn niet objectief meetbaar

  • In wetenschap gebruik je gestandaardiseerde meetmethodes.
  • In Human Design zijn de uitkomsten subjectief: mensen beoordelen zelf of hun Strategie en Autoriteit werken, maar dat is onderhevig aan confirmation bias (het willen of wensen dat het klopt).
  • Er zijn geen objectieve metingen die aantonen dat bijvoorbeeld een Generator die zijn Strategie volgt significant beter functioneert dan een Generator die dat niet doet. En hoe bepaal je wat (Wachten om te) Responderen precies is als basis voor experiment?

5. Geen herhaalbaarheid en voorspelbaarheid

  • Een wetenschappelijk experiment moet door anderen herhaald kunnen worden met vergelijkbare resultaten.
  • Human Design claims zijn niet reproduceerbaar op een manier die voldoet aan wetenschappelijke standaarden.
  • Als een Projector bijvoorbeeld haar Strategie volgt en succes ervaart, kan dat aan tal van andere factoren liggen (motivatie, externe omstandigheden, placebo-effect).

6. Geen eliminatie van bias

  • Human Design werkt met een self-reporting systeem: mensen beoordelen zelf of het voor hen werkt. Dit is gevoelig voor cognitieve biases zoals:
    • Confirmation bias: Mensen zien vooral bewijs voor wat ze al geloven of wat ze wenselijk vinden.
    • Placebo-effect: Verandering kan optreden simpelweg door de verwachting dat het zal werken.
    • Forer-effect: Mensen herkennen zichzelf in vage, algemene beschrijvingen.

7. Geen statistisch significante steekproef

  • Wetenschap vereist een grote en diverse steekproef om betrouwbare uitspraken te doen.
  • Human Design is gebaseerd op anekdotisch bewijs: “Het werkte voor mij, dus het is waar.”
  • Er is geen grootschalige, gecontroleerde studie die bewijst dat Human Design werkt zoals het claimt.

8. Geen onafhankelijke validatie

  • Wetenschappelijke theorieën worden geëvalueerd door peer review en door onafhankelijke onderzoekers getest.
  • Human Design is niet gevalideerd door de wetenschappelijke gemeenschap.
  • Het systeem is grotendeels gebaseerd op openbaring (Ra Uru Hu’s mystieke ervaring), wat niet wetenschappelijk toetsbaar is.

(Ter info: Ik heb AI zelf de Type & Strategie-voorbeelden laten aanbrengen.)

De professor vertelde me ook zij de ervaring heeft dat peer review een van de belangrijkste elementen is uit wetenschappelijk onderzoek waarmee een studie meestal valt of staat. Daardoor duurt het ook vele jaren vooraleer een bepaalde studie voeten in de aarde krijgt om uiteindelijk geaccepteerd te worden door de wetenschappelijke community als wetenschappelijk aantoonbaar bewijs.

Nu, dit zegt natuurlijk niets over de waarde die Human Design kan bieden in iemands leven, maar simpelweg dat Human Design niet als “wetenschap” kan worden benoemd. Er is dus geen sprake van “the Science of Differentiation” (de titel van een van Ra’s laatste boeken in samenwerking met Lynda Bunnell) als zijnde “wetenschap.” Dat woord is dus misplaatst en misleidend in deze context.

Volgens het Merriam-Webster woordenboek is de definitie van wetenschap als volgt:

Kennis of een systeem van kennis dat algemene waarheden of de werking van algemene wetten omvat, met name zoals verkregen en getest via de wetenschappelijke methode.

Maar kijk, zoals ik al zei, ik ben geen wetenschapper of academicus, dus ik wil het dan ook even over het experiment hebben op een meer menselijke manier. Ik heb immers nooit geloofd dat Human Design een wetenschap is en stond daar verder ook niet bij stil. Maar er is wel iets over het experiment dat ik dus over het hoofd heb gezien waardoor ik, nu ik me er wel steeds meer van bewust word, een gigantische rode vlag opmerk die me ernstig vragen doet stellen over hoe Human Design wordt beoefend en doorgegeven, en of dat wel helpend is en niet gewoon meer ongewenste conditionering met zich meebrengt (of zelfs: homogenisering).

Laten we dus even weggaan van het puur wetenschappelijke veld en gaan kijken naar de psychologie achter het experiment en waarom dat problematisch en misleidend kan zijn, alsook wat er gebeurt als je dat niet in de gaten hebt.

Human Design zoals het was

Zoals ik het begrijp van Zeno Dicksons groundwork in Human Design (“Zen Human Design”), door het systeem terug te brengen naar de oorspronkelijke werking voor het systeem gecorrumpeerd werd (zie mijn vorige podcast-episode), waren er bitter weinig labels in het begin.

Het oorspronkelijke systeem bestond uit slechts een handvol elementen:

  • Een synthese van de vier modaliteiten (I Tjing, chakraleer, astrologie en Kabbala), weergegeven in een mandala-wiel met in het midden een body graph met 9 centra en 64 poorten, verbonden door kanalen.
  • In totaal waren er 26 planetaire activeringen, weergegeven in het mandala-wiel en in de body graph, aangegeven als in “ingekleurd.”
  • Er waren twee modi (“to do” en “to wait”) en vijf definitie-types (no definition, single, split, triple split en quadruple split).

De activeringen worden bepaald door een synthese tussen astrologie en I Tjing.
De inkleuring van de activeringen wordt verwerkt in een synthese van chakraleer en Kabbala in de vorm van 9 centra verbonden door 36 mogelijke kanalen met daarin een specifieke plaatsing van de 64 hexagrammen uit de I Tjing.

Aan de hand van wat ingekleurd was op de body graph, in relatie tot wat niet ingekleurd was, kon je afleiden om welke modus en definitie-type het gaat en hoe de energie doorheen de body graph stroomt, aan de hand van het combineren van de modus en het definitie-type.

Er waren geen theorieën over aura-types, geen kanaalnamen of interpretaties van kanalen als aparte entiteiten, geen profielen, geen incarnatiekruizen en geen substructuren. Alleen wat zichtbaar is in de body graph, gecombineerd met een begrip van de thema’s van de 9 centra, het opereren van de modus in combinatie met het definitie-type en een extra duiding doorheen archetypische kennis van de planeet/planeten die die bepaalde poorten (hexagrammen) in die centra definiëren. De betekenis van de 64 poorten kwam rechtstreeks uit de I Tjing-vertalingen.

Verder konden body graphs ook gecombineerd worden in relatie-grafieken en transit-grafieken om de dynamiek tussen mensen en de mens en het planetaire programma af te kunnen lezen.

Er was geen relatie met “dit ben jij” als in, wat we in de body graph ingekleurd zien als een soort omschrijving van wie je bent. Er was simpelweg de studie en observatie van energie die mogelijks op een bepaalde manier stroomt, waardoor je iets kan leren over hoe je in relatie staat tot de ander en de wereld om jou heen, opdat je met meer bewustzijn in je relaties en in het leven kan staan.

Dat bewustzijn is volgens Zeno dé sleutel tot transformatie die vanzelf tot stand komt, omdat een menselijk wezen mét bewustzijn de keuze krijgt om ook bewust om te gaan met diens energie (die keuze heb je niet als je niet dat bewustzijn hebt). Dankzij dat bewustzijn heb je een keuze om vanuit liefde en vertrouwen of vanuit angst en wantrouwen om te gaan met energie, wat zal bepalen in hoeverre je conflict en weerstand in je leven creëert, of net meer harmonie, liefde en empathie voor jezelf en de ander. Dit is ook de essentie van de I Tjing als oude wijze die ons inspireert om te leven volgens de natuurlijke weg, de Tao, i.p.v. ons boven de natuur te zetten.

Oftewel, dankzij dat bewustzijn leer je het onderscheid maken tussen ongezonde, schadelijke geconditioneerde gedragingen en patronen in je leven, waardoor je een opening creëert tot het doorbreken van dat gedrag of die patronen, opdat nieuwe, gezonde en helpende gedragingen en patronen kunnen worden geïnstalleerd. Vanuit die nieuwe houding in het leven krijg je ook een kans tot het transformeren van oude pijn, zodat je niet langer door die pijn geleefd wordt. Door het transformeren van die pijn bied je ook de ander de kans hetzelfde te doen in diens leven, omdat jouw impact op de ander ook transformeert. En zo creëren we samen meer harmonische, oprechtere verbindingen met elkaar en dus ook een meer harmonische, liefdevollere wereld.

Pretty straightforward, niet?
Dit is ook exact de reden waarom Zeno überhaupt was aangehaakt op Ra’s bijzondere systeem, omdat deze boodschap in lijn lag met haar pad als toegewijde van Osho. Tot Human Design plots iets helemaal anders werd…

Waar liep het mis?

Ik heb natuurlijk het verhaal van Ra Uru Hu in mijn eigen beleving en bewoording uiteengezet in mijn vorige podcast-episode, maar waar het naar mijn gevoel ook misliep is niet alleen in het feit dat Human Design een verkoopbaar product moest worden voor Ra om een solide nalatenschap voor zijn familie te kunnen creëren, maar ook in het feit dat men zich steeds meer ging vereenzelvigen met het systeem als een soort weergave van wie je bent, i.p.v. het puur als een soort kaart van energie te gebruiken, los van het definiëren van je eigen wezen, aangespoord door het typische taalgebruik van Ra zelf, als filter waar doorheen het systeem in de wereld werd gezet.

Volgens Zeno liep het al meteen mis toen Ra zich er niet kon van weerhouden om namen te geven aan de kanalen. Opeens werden kanalen aparte entiteiten als in 1 + 1 = 3, met een eigen betekenis, alsof ze werden verheven boven de definitie die deze kanalen creëren: namelijk twee poorten aan elke kant van een kanaal die twee centra aan elke kant definiëren, al dan niet in verbinding met andere definitie in de body graph.

Ra stopte niet bij het naamgeven van de kanalen, maar ging vervolgens voor alles keynotes en namen bedenken, voegde ook het fixeren van lijnen door planeten toe (exaltation en detriment), waardoor steeds meer keynotes en betekenissen werden toegevoegd om zogezegd de totaliteit van wie we zijn te kunnen beschrijven (en zo ook uniekheid aan te tonen).

Maar ook dat was niet genoeg.

Vervolgens ging hij ook structurele patronen toevoegen die nieuwe lagen bovenop het oorspronkelijke systeem legden, zoals aura-types met elk hun strategie, los van de oorspronkelijke definitie-types en modi, waardoor deze laatste hun diepere betekenis verloren en de modi zelfs helemaal uit het verhaal werden gewist.

In plaats van een body graph puur op diens energie-flow te lezen, werd een gedefinieerd centrum in de grafiek plots tot innerlijke autoriteit benoemd die hiërarchisch boven de werking van de grafiek werd geplaatst als een soort entiteit die de basis zou bepalen van waaruit je correcte beslissingen neemt in het leven. Ra had voor de toevoeging van autoriteit nog niet eerder Human Design als systeem “voor besluitvorming” genoemd.

Vervolgens besloot hij de lijnen van de Zon- en Aarde-activeringen uit hun context te nemen en als aparte entiteiten te gaan benoemen die de twaalf profielen werden. En hij leerde ons vervolgens dat diezelfde Zon- en Aarde-activeringen kruizen vormen die ons levensdoel bepalen dat pas tot bloei kan komen na de Terugkeer van Keiron (ca. 50ste levensjaar).

Maar hij zag nog meer patronen: Variabelen, de Vier Transformaties, substructuren die PHS, Omgeving, Perspectief en Motivatie werden, cognitie en senses, Penta- en WA-entiteiten, ook circuits en streams kregen aparte namen en betekenissen. Het hield niet op.

Dankzij deze complexiteit aan namen, labels en toegevoegde lagen creëerde Ra een enorme hoeveelheid kennis over wat ooit een eenvoudig werkbaar en praktisch systeem was, waardoor niemand nog het begin en het einde zag.

Tegenstrijdige boodschappen zoals “je hebt enkel je Strategie & Autoriteit nodig,” maar “zonder PHS zal je nooit correct je cognitie kunnen gebruiken”, en je hebt een warboel waar menige mensen in verdwalen en pas uit wakker worden als ze — zoals ik dus — al ettelijke duizenden euro’s hebben geïnvesteerd en meerdere jaren van hun leven hebben gegeven in het proberen begrijpen en toepassen van het systeem dat zich nooit helemaal laat kennen (want er is altijd weer een nieuwe cursus om te moeten volgen).

Telkens krijg je weer die tegenstrijdige boodschap van “het goud zit in de oppervlakte”, maar vervolgens weet je niet waarover je spreekt als je niet tot op de bodem van het systeem bent gegaan, luidt het vervolgens. Uiteindelijk ontsproot ook een soort elite-denken van Human Design-fanatici aan het systeem, die méér denken te weten dan de simpele ziel die op Living Your Design-niveau is blijven steken of Human Design via een andere bron uitprobeert, oftewel de hele “jij bent niet-zelf”-shaming parade.

De permission slip-trance

Ik deed daar ook aan mee. Ik was ervan overtuigd dat ik met Human Design iets heel goeds zou kunnen doen. Dat ik ermee deel zou kunnen worden van de oplossing die deze wereld nodig heeft, i.p.v. nog langer zou toevoegen aan het probleem.

Het klonk ook allemaal heel aannemelijk, fascinerend, interessant, noem maar op. Voor een ziel zoals ik die zich al haar hele leven niet begrepen en gezien voelde, die moest vechten om zichzelf te mogen zijn, was het ook een “permission slip” om mezelf te mogen zijn. Dat hele “permission slip”-gedoe is trouwens al een rode vlag op zichzelf — bekijk zeker Grace’s video hierover.

Het is best scary om te horen hoe vaak dat door Human Design-beoefenaars wordt gezegd (en hoe vaak ik dat ook zelf als uitspraak heb gebruikt), alsof er een soort hypnotische boodschap doorheen de Human Design-community klinkt waar niemand echt bij stilstaat en we daardoor elkaar, als in een trance, napraten. Het valt pas op als je al die clips aan elkaar rijgt, zoals Grace dus deed in haar video.

Maar daar wil ik het nu niet over hebben. Er zijn nog meer van die rode vlaggen, die ik in een volgende aflevering zal behandelen. Voor nu wil ik dus even kijken naar het experiment zelf.

Analyse vs oordeel

Het begon me pas echt te dagen toen ik in de lessen zat van de analistentraining aan o.a. de IHDS, en steeds opnieuw statements hoorde over mensen en hun leven, door puur naar die chart te kijken.

Ja, we waren aan het leren “readen” zoals Ra Uru Hu wou dat we dat doen, als voorwaarde om te mogen certificeren als analist.

Een hele resem charts zijn de revue gepasseerd tijdens die semesters, van individuele charts tot relatie-charts en transit-charts. En telkens hoorde ik weer die statements: deze persoon is zus en zo en die relatie is zus en zo, en die transit doet dit en dat met die persoon. Maar nooit kwam de persoon zelf aan het woord, want die was niet eens aanwezig. We kregen hoogstens bij sommige charts iemand aan het woord die dan diens feedback gaf over de persoon die hij of zij persoonlijk kende. Eigenlijk puur als bewijsvoering, niet omdat we in die persoon of diens leven oprecht geïnteresseerd waren, laat staan in diens unieke beleving. Nee, alles moest een narratief passen. En op die manier moesten we ook readings gaan doen: de ander vertellen wie hij/zij is en dat ze geen keuze hebben en hoofdzakelijk in hun niet-zelf leven. Punt.

Ra zou er dan aan toevoegen, als je ‘m onderbrak om iets over jezelf of je leven te vertellen: “Do you want to waste your time listening to your own voice? Shut the f*ck up!” (verwijzend naar de opname die hij maakte en waar jouw gepraat dan op zou staan.) True story uit vele bronnen.

Terwijl iedereen helemaal in de extase van diep te kunnen analyseren ging, kreeg ik het steeds moeilijker om te blijven luisteren. Dit druiste eigenlijk hard in tegen een van de waarden die ik hanteer: je kent een ander mens en diens leven niet, tenzij je een mijl in diens schoenen hebt gelopen (en dan nog).

Ik zit zelf ook vol oordelen over anderen en kan tot in de diepte analyseren op basis van observatie, maar dan nog blijft het slechts mijn oordeel, mijn subjectieve mening vanuit wat ik zie door mijn eigen, gekleurde filter, vaak gebaseerd op mijn eigen onbewuste patronen die ik uitspeel en die veel meer iets zeggen over mij dan over de ander.

Ik heb geleerd dat dat stuk van mezelf, dat oordelende, niet iets is wat ik in mezelf moet afwijzen, in tegendeel. Het is deel van wie ik ben en het heeft zijn nut. Het waarschuwt me bijvoorbeeld om niet in situaties met mensen te stappen die niet goed voor me zijn. Mijn negatief oordeel komt dan voor het besef dat er iets staat te gebeuren waardoor ik een negatieve impact ga ervaren. Ik heb geleerd daarop te vertrouwen, maar in veel gevallen moet ik dat oordeel op termijn bijstellen.

Feit is: ik weet niet wie de ander is, dus mijn oordeel is slechts een interpretatie van een soort intuïtief signaal dat ik oppik van mijn lichaam die me ergens voor wil waarschuwen of die me vertelt dat iets oké is. Wanneer een rode vlag van mijn lichaam niet meer van toepassing is, dan is dat oordeel ook niet meer van nut in vele gevallen en kan ik het gewoon loslaten en de ander op een nieuwe manier leren kennen. Soms komt er een oordeel vanuit een trauma-respons en dan ontdek ik dat het oordeel er alleen was om mij op die respons te wijzen en dus helemaal niets te maken heeft met de ander. Maar oordelen zijn an sich zeer nuttig in mijn leven, opdat ik vanuit integriteit in het leven kan blijven staan.

Maar vanuit een chart gaan beoordelen wie iemand is en hoe diens leven zou moeten zijn, dat ging me steeds weer een stap te ver. De manier waarop die statements werden gedaan gebeurde dan veelal vanuit een soort arrogantie van “weten”, vanuit een rotsvast geloof in de interpretatie van de chart en alles wat van de chart afwijkt werd afgeschreven als “niet-zelf.” Dat is ronduit problematisch. En zo kon ik het niet langer aankijken, laat staan mezelf onderwerpen aan die tactieken om mezelf dan de titel “erkend professioneel analist” te mogen geven.

Ra gaf dan natuurlijk als argument dat Human Design over mechanics gaat. Pure mechanica. Dus elke reading zou dezelfde moeten zijn en het doet er niet toe wie je voor je hebt. Want het is wetenschap. Geen interpretatie. En hiermee verstevigde hij dus de illusie dat wat je op papier ziet, die body graph, exact die persoon zou moeten zijn die voor je zit. En dat je als analist dus beter weet dan die persoon zelf wie die is of behoort te zijn. En als er protest komt: not-self. Niet-zelf. Geconditioneerde mind-arrogantie. Vanity, zou Ra het ook wel eens noemen. Ijdelheid dus.

Da’s durven, hé? Grappig lijk je daardoor exact je eigen gedrag te projecteren op die ander, niet doorhebbende dat je jezelf omschrijft. Psychologisch is dit echt een vette kluif om te analyseren, haha.
Maar ja… Dit is alweer zo’n controlemechanisme dat al heel snel kan ontaarden in psychisch en emotioneel misbruik. En ik ga daar in de toekomst ook nog dieper op inzoomen.

Voor mij is dat niet “experiment.”
Voor mij is dat een controlemechanisme dat andere mensen conditioneert om zich te conformeren aan een bepaald ideaal, namelijk dat van “de chart heeft altijd gelijk en mijn interpretatie daarvan staat boven jouw beleving.” Alweer zo’n onbewust patroon dat zich uitspeelt tussen mensen en hun gekwetste ego’s, gekwetste innerlijke kinderen aan het stuur van een wagen voor grote mensen.
Of… ik ben groot en jij bent klein. Dus zwijgen en luisteren, jij!

Het experiment met een valse start

En dan kom ik bij dat experiment.
Ra zei: “Geloof me niet. Zie het voor jezelf. Test het uit.”

Maar eigenlijk is dat manipulatie in vermomming. Misschien niet bewust, maar het is een gekende tactiek om de indruk te wekken dat je alle controle hebt over je eigen experiment, om vervolgens toch al met een valse start te beginnen aan je experiment.

Het is ook een tactiek om jezelf buiten schot te houden als degene die de informatie brengt. “Hé, kijk niet naar mij. Ik ben niet je goeroe,” (ook een uitspraak van Ra, trouwens) maar vervolgens breng je het wel op een zodanige manier dat mensen diep geïndoctrineerd raken door wat je te vertellen hebt.

Mensen zullen niet snel met de vinger wijzen naar iemand die zichzelf opzettelijk geen goeroe wil noemen of in een positie wil staan van invloed — dat wekt net de indruk dat je een nederig iemand bent — en dus zullen ze makkelijker naar zichzelf wijzen bij alles wat misloopt, waardoor ze zichzelf klein houden en de ander dus groot kan zijn. Ook dat is een controlemechanisme. Het is ook een bekende cult-tactiek.

Dus wat gebeurt daar precies?
Wat is dan die valse start?

Als ik tegen jou zeg “Jij bent een Projector. Jouw Strategie is om te wachten op een uitnodiging voor je in actie komt,” en ik zeg vervolgens daarbij, “maar geloof me niet, test het uit voor jezelf en kijk of het klopt,” dan doe ik hier een aantal dingen die niets te maken heeft met een objectief experiment. Laat staan met iets empirisch of wetenschappelijk.

Door jou te vertellen dat je iets of iemand bent (het label “Projector,” of welk label of welke omschrijving dan ook), dan beïnvloed ik onmiddellijk jouw zelfperceptie en gedrag op een manier die objectieve zelfobservatie bemoeilijkt. Zéker als ik vanuit een positie van autoriteit spreek (zoals Ra Uru Hu door veel mensen werd beschouwd).

Dat, an sich, is al een valse start van het experiment.
Je kan het dan eigenlijk al geen experiment meer noemen. Het wordt in de meeste gevallen — tenzij je een bepaalde ingebouwde radar hebt die sterk reageert op dergelijke beïnvloeding en die onmiddellijk afwijst, wat bij de meeste mensen niet het geval is, omdat we de wereld eerder vanuit een basisvertrouwen benaderen — een self-fulfilling prophecy of confirmation bias.

Hoe werkt dit dan in de praktijk?

  • Zodra iemand een label accepteert (zelfs als je zegt “geloof me niet”), en we accepteren meestal zo’n label nog voor we ons ervan bewust zijn dat we het hebben geaccepteerd, dan richt jouw aandacht zich onbewust op kenmerken die passen bij dat label. Daardoor worden andere aspecten of mogelijkheden in je ervaring onderbelicht of zelfs straal genegeerd. Dit wordt focusvernauwing of ook wel het framing-effect genoemd.
  • Iets wat eerder een neutrale gedraging is of een interpretatie die je op meerdere manieren kan interpreteren, worden gezien als “bewijs” (“Zie je wel, ik reageer zo omdat ik een Projector ben.”). Dit kan leiden tot een soort echokamer waarin je telkens diezelfde bevestiging ziet, omdat je niet langer openstaat voor andere mogelijkheden of interpretaties. Je wil net die bevestiging omdat het orde schept in je schijnbaar chaotische mind of beleving, waardoor je tijdelijk opluchting of rust kan voelen. Dit wordt ook wel interpretatieve bias genoemd en heeft ook een link met het beloningssysteem in onze hersenen. De realiteit is dat er waarschijnlijk evenveel bewijs is voor een tegenovergestelde ervaring van wat we als “Projector” zouden benoemen, omdat “Projector” an sich weinig zegt over wie we zijn, laat staan dat het leven en ons wezen zich in zo’n vakje laat stoppen.
  • Tel daarbij op dat wij nooit ons design kunnen ervaren, want we zijn vanaf de eerste seconde van onze geboorte tot de seconde voor onze dood voortdurend onderhevig aan planetaire invloeden. Er bestaat dus niet zoiets als de pure “Projector”-ervaring of de pure “Generator”-ervaring, want we hebben allemaal openheid in onze grafiek die meermaals per dag wordt geactiveerd door de transitie van de maan, en daarbuiten met regelmaat door andere planeten en hemellichamen. Een leven is doorgaans te kort om dat soort subtiele beleving te kunnen tracken en gewaarworden.
  • Bovendien zit het in ons om ons gedrag vaak onbewust aan te passen om te voldoen aan een label (bv. door zich passiever op te stellen, omdat je weet dat je een Projector bent), zeker als we een positief oordeel hangen aan dat label of het ons een gevoel geeft dat we daardoor “speciaal” of “specialer” zijn, of meer aanvaard zullen worden door onze omgeving. Dit wordt ook wel gedragsbevestiging genoemd en heeft ook alweer een link met het beloningssysteem in onze hersenen (denk aan de hond van Pavlov, bijvoorbeeld).

Dus zelfs als je zegt “geloof me niet,” en je dus ogenschijnlijk ruimte laat voor scepsis, dan nog activeert het noemen van het label of het uitspreken van de interpretatie een soort mentaal model in je brein. Zelfs als je probeert kritisch te zijn, werkt jouw brein nu met een vooraf geïnstalleerd concept. Objectiviteit wordt dan eerder een illusie, omdat het brein, nog voor je ervan bewust bent, al selectief informatie filtert.

Een illusie van totaliteit

Ludwig Wittgenstein (ironisch genoeg heb ik dit dus jaren geleden allemaal moeten leren voor mijn opleiding psycho- en gedragstherapie) was een filosoof die zich hier veel in heeft verdiept en dit een taal-denkvalkuil noemt: van zodra we een woord hebben, gaan we de realiteit doorheen dat woord interpreteren. We kunnen dit ook doortrekken naar: van zodra we een chart hebben en een interpretatie van wat er op die chart staat, gaan we de realiteit, het leven en de ander daar doorheen interpreteren.

Labels en charts kunnen dus wel nuttige gereedschappen zijn, maar het kunnen net zo makkelijk gevangenissen worden. Het gevaar zit dus niet zozeer in het concept “Projector” an sich, maar wel in de essentialisering daarvan, het idee dat het een vaststaand, alomvattend feit is over iemand of over onszelf.

Dus mijn conclusie, en ik ben hier dus niet alleen in, want hier is vanuit de filosofie en psychologie diepgaand onderzoek naar gedaan, indoctrineer je mensen (en jezelf) dus al heel snel door labels en interpretaties te noemen, zelfs mét disclaimer. De kunst is dus om taal en communicatie te gebruiken die ruimte laat voor dynamiek, twijfel, kritisch denken, eigen unieke invulling en meerdere waarheden (tenzij je natuurlijk een agenda hebt die vooral gaat over bewijsvoering om je eigen gelijk te halen, dan is indoctrinatie een slimmere weg — sarcasme alom).

Of kortom: het experiment heeft geen schijn van kans als we Human Design benaderen als een identiteitsgebaseerd systeem met labels. Dat geldt ook voor astrologie of eender ander systeem dat claimt ons iets te vertellen over “wie we zijn” i.p.v. dat het ons wijst naar de ervaring van wie we zijn. Dat laatste kan niet worden benoemd, enkel ervaren, dus zijn labels en interpretaties uit den boze, tenzij je uitdrukkelijk vermeldt dat het puur om jouw eigen beleving in woorden gaat.

In het bijzonder claimt het Human Design Systeem dan nog — of beter, dit is wat het is geworden, wat naar mijn gevoel een incorrecte interpretatie is van waar Human Design voor dient — een blauwdruk te zijn van ons wezen, wat een illusie van totaliteit creëert i.p.v. slechts één mogelijke lens te bieden waar doorheen we onszelf en de wereld bekijken, een lens die voor elk persoon uniek zal zijn die het systeem gebruikt.

Maar een “design” van iets verwijst naar een ontwerp, een architecturale tekening van iets, bijvoorbeeld, en is niet dat “iets” zelf. Een blauwdruk is slechts een soort uitgetekend plan, een weergave op papier van bijvoorbeeld je eigen huis. Maar het is niet het huis zelf. Dus onze “blauwdruk” is slechts een visuele weergave van de ankerpunten en structurele elementen die verwijzen naar ons, maar wij “zijn” niet die blauwdruk. Dat is een grote nuance die vaak verkeerd wordt geïnterpreteerd en in de manier waarop Human Design wordt gecommuniceerd, in te absolute termen wordt uitgedrukt.

Hoe dan wel?

Ik heb me natuurlijk afgevraagd hoe we dan wel kunnen omgaan met dit systeem zonder in die valkuil te trappen die ik intussen uitgebreid heb omschreven. Daar heb ik geen sluitend antwoord op momenteel, maar ik kan wel een poging wagen om een eerste stap te zetten.

Sowieso zouden we, om echt van een kloppend experiment te kunnen spreken, zonder wetenschappelijke context, maar puur om te leren over onszelf en onze relatie met de wereld om ons heen, moeten werken met:

  • Open exploratie op basis van neutrale vragen. I.p.v. van te starten met statements, interpretaties en labels, zouden we onszelf vragen kunnen stellen zoals: hoe reageer ik in die of die situatie? Wat gebeurt er in mijn lichaam als dat of dat gebeurt? Hoe voel ik me nu (zonder een verklaring te zoeken)? Zijn er nog andere mogelijkheden dan wat mijn mind mij nu vertelt en hoe waar voelen die aan?
  • Onze communicatie met elkaar aanpassen. Bijvoorbeeld, in plaats van één interpretatie te geven of een statement te maken, zouden we onze taal kunnen verzachten naar: “sommige mensen ervaren dit als X, anderen als Y, nog anderen als Z — hoe is dat voor jou?” met veel opening tot eigen invulling zonder druk, schaamte of oordeel, vanuit het oogpunt dat alles mogelijk is en alles even waardevol is. Dit voorkomt het fixeren op een bepaalde mogelijkheid en verlaagt de druk van in een bepaald stramien te moeten passen om “goedkeuring” van de ander te kunnen ontvangen.
  • De aandacht leggen op het proces i.p.v. identiteit of label. Dit heb ik vroeger al vaker aangehaald, namelijk dat we uitspraken zoals “ik ben een Projector” of “jij bent emotioneel gedefinieerd” beter achterwege kunnen laten en beter spreken over “ik heb een chart van een Projector” of “jij hebt een chart die emotionele definitie laat zien”, met daarbij een uitnodiging tot reflectie vanuit eigen ervaring én wederom met alle ruimte voor eigen invulling zonder te moeten voldoen aan een bepaald beeld of bewijsvoering te moeten aanbrengen van dat gegeven.

Kortom, een speelveld of een onschuldige speelsheid met focus op ervaring en waarbinnen ervaringen niet aan elkaar of aan een bepaald vooropzicht worden afgemeten maar puur een tool zijn voor het creëren van bewustzijn binnenin de ervaring van je eigen leven en hoe je je tot dat leven verhoudt.

De paradox of de contradicties zouden dus net bewijs moeten zijn dat een tool als Human Design op een constructieve, helpende manier wordt gebruikt en ingezet, i.p.v. te vervallen in sameness, bewijsvoering en absoluten om Human Design zelf te kunnen valideren. Uiteindelijk zou het niet om het systeem mogen gaan, maar om waar het systeem naartoe wijst: de ervaring van het leven zelf en dat leven vanuit bewustzijn benaderen opdat we de magie daarvan mogen ontdekken, elk op onze eigen, unieke manier.

An sich is dit de aanpak die in de Gene Keys wordt gehanteerd, en ergens diep vanbinnen voel ik dat Human Design oorspronkelijk zo werd bedoeld, maar dat die boodschap al heel snel verloren is gegaan. En toch zijn er zoveel sporen te vinden in de originele modaliteiten die de Human Design-synthese maken. Waarom zou de Human Design-synthese iets anders willen vertellen dan de essentiële boodschap die verweven zit in zowel I Tjing, Kabbala, chakraleer én astrologie?

Ik geef toe, diezelfde “corruptie”, zoals ik het noem, is uiteindelijk ook in die vier modaliteiten geslopen, omdat we op een of andere manier de verbinding met de natuur zijn kwijt geraakt. En net zoals onze innerlijke beleving de uiterlijke wereld vormgeeft en omgekeerd, is dit net de uitnodiging om het in deze tijdsgeest anders te gaan doen. Onze wereld lijkt in verval en pusht ons naar nieuwe of andere manieren van “zijn” dan we tot nog toe voor mogelijk hebben aangenomen. “Normaal” zal nooit meer hetzelfde zijn en dat is allicht maar goed ook.

Ook in het boek van Hua-Ching Ni, “I Ching: The Book of Change and the Unchanging Truth,” wordt de corruptie van de oorspronkelijke I Tjing beschreven, dat zich in de Taoïstische tradities nestelde, een 600-tal jaar voor de geboorte van Christus. Ondanks pogingen om de Taoïstische leer in diens puurheid te herstellen, bleek dat we als collectief eerst door een aantal zware beproevingen moesten gaan, waar we nu bijzonder in getest lijken te worden. Daarom is ook de komst van Human Design zeker niet toevallig, lijkt mij, alsook dat Human Design voortkomt uit net die oude leringen die in oorsprong een heel belangrijke, essentiële boodschap met zich meedroegen die we doorheen de geschiedenis collectief zijn vergeten.

De ruimte vóór denken en taal

Wie je bent gaat vooraf aan denken en taal, vooraf aan mentaal bewustzijn.
Het is daar altijd aanwezig, daar in die ruimte waar de meeste mensen zich niet van bewust zijn, omdat we daar simpelweg niet vaak de tijd voor nemen in deze huidige samenleving.

Het denken vult al die ruimte op, bijvoorbeeld door liever te scrollen op social media feeds dan even een mindful moment te nemen, en vervormt daardoor die verbinding met die ruimte waarin we onszelf in al onze puurheid en authenticiteit kunnen ervaren. Dat is naar mijn gevoel waar Human Design naar verwijst met labels en concepten zoals “innerlijke Autoriteit” en “Passagiersbewustzijn” die schromelijk tekortschieten om ons te helpen begrijpen wat dat precies is en waar we het kunnen vinden.

Er is niet zoiets als een gedefinieerd centrum dat onze innerlijke Autoriteit bepaalt. Er is niet zoiets als een aura-Type dat ons vertelt wie we zijn. Alles in de Human Design-grafiek schiet tekort om die plek, die ruimte, die ervaring van wie we zijn te omschrijven.

Maar die ruimte is wel bekend.
Het is al duizenden jaren bekend.
Het komt in zowat alle spirituele leringen terug die lange tradities en overleveringen kennen die de tand des tijds hebben overleefd.
Maar in veel van die leringen is de oorspronkelijke boodschap verloren gegaan en bevinden we ons in structuren en systemen die ons gevangen houden in de structuur of het systeem zelf, i.p.v. diezelfde structuren en systemen ons bevrijden, zoals ze oorspronkelijk waren bedoeld.

Het primaire gevoel van “zijn” gaat vooraf aan labels, concepten en systemen. Het is de meest directe toegang tot “wat” of “wie” of de “wie-wat” je werkelijk bent. Alles daarna (taal, denken, systemen, structuren) zijn slechts benaderingen, maar niet die ervaring zelf.

Conceptueel weten zoals in “Ik ben een Projector” is een mentale constructie.
Direct voelen “Hoe voelt het om ‘ik’ te zijn” is een lichamelijke, onmiddellijke ervaring, ook als die ervaring ontbreekt aan gevoel of sensatie, aan woorden of gedachten.
Human Design kan hoogstens verwijzen naar die ruimte, maar kan haar niet vervangen.

Sterker nog, van zodra je taal en woorden gebruikt, zoals in “dit ben ik” of “dit is wie ik ben”, bevries je de dynamische, vloeiende werkelijkheid van je ervaring en zet je het om in een statisch label of statement. Een doods ding.
Taal vertraagt en reduceert de ervaring van wie we zijn tot een mentaal concept dat niet de ervaring zelf is, maar een flauw afkooksel met veel te nauwe ruimte. In die ruimte kan je niet meer voluit ademen en ga je dus traagjes dood. Het zuigt het leven uit onze ervaring als we onszelf reduceren tot een body graph.

Het gevoel van “zijn” is altijd pre-verbaal — het gebeurt vóórdat je het in woorden vat. Systemen zoals Human Design of astrologie zijn puur mentale concepten en culturele verhalen die een bepaalde lens aanbieden. Ze kunnen nuttig zijn als inspiratie, om je bewust te maken van iets, maar zijn gevaarlijk als een identiteit of iets dat jou verzwelgt zoals de studie van Human Design vaak lijkt te doen.

In de Human Design-community loopt het vol van de zombies die het leven en de ander alleen nog bekijken doorheen de lens van Human Design, zonder ooit oprecht een directe verbinding te maken met het leven zelf, of met de ander. Dit is simpelweg een copingstrategie, een traumarespons op het leven, een nieuwe manier om je op te houden in het comfort van je eigen mind, zodat je nooit echt iets hoeft te voelen, zodat je nooit echt in je eigen lichaam aanwezig hoeft te zijn.

In mijn ervaring gebeurt er dan soms eens iets in het leven dat je danig wakker schudt — je hele leven plots zodanig op z’n kop, dat je niet anders meer kan dan het direct te ervaren. Ik heb zelf aan den lijve ondervonden, toen mijn wereld anderhalf jaar geleden op z’n kop werd gezet, dat Human Design even helemaal geen betekenis meer heeft, want ik had niet het privilege om me terug te trekken in mijn hoofd, gezien mijn lichaam me in het leven, in het hier en nu dwong te zijn.

Leven in het comfort van je mind is een privilege dat heel veel mensen in de wereld niet hebben. Daar staan we veel te weinig bij stil. Iemand die elke dag moet denken aan het volgende uur overleven heeft lak aan jouw theorie of hij of zij in z’n niet-zelf leeft of niet. Het is een speciaal narcisme dat we ons alleen in bepaalde contreien van de wereld kunnen permitteren, net zoals we ooit dachten dat we streken konden koloniseren en die arme “inboorlingen” konden leren wat “beschaving” was, o.a. door zogezegd “het ware geloof” te brengen. Kijk wat er van gekomen is…

Einde rant… terug naar Human Design.

Geen enkel extern systeem kan je vertellen wie je bent, omdat jij geen ding bent dat vastgelegd kan worden. Je bent een dynamisch proces — een voortdurende stroom van ervaring, keuzes, gewaarwording, interactie en bewustzijn. Je bent bovendien niet afgescheiden van je omgeving, maar déél van je omgeving. Ook dat hoort bij wie je bent en de ervaring van wat het is om jezelf te zijn.

Kortom, we zouden kunnen zeggen: labels en interpretaties zijn altijd achterhaald, omdat ze verwijzen naar een vorige versie van jezelf. Van zodra je woorden en taal plakt op de ervaring van wie je bent, is die ervaring al niet meer wat ze was. Zo vloeiend is het leven; zo vloeiend zijn wij als wezen, ongeacht of daar nu een kern in zit die stabiel is, zoals de body graph wil aangeven in de vorm van “definitie” (maar dat onderzoek ik graag in een volgende episode).

Het radicale experiment

Hoe zou het échte experiment er dan kunnen uitzien?
Dat is een vraag waar ik allicht nog heel lang op zal kunnen kauwen, maar wederom doe ik een aantal suggesties:

  • We zouden bijvoorbeeld op het stiltepunt kunnen focussen vóór we tot woorden, interpretaties en verhalen komen: bijvoorbeeld, je ervaart iets wat lijkt op vermoeidheid (dit is al een label, trouwens), maar je weerhoudt jezelf ervan te gaan denken “dit komt omdat ik een Projector ben zonder motorcentra gedefinieerd.” Ervaar simpelweg wat jouw lichaam jou geeft om te ervaren, zonder er een verhaal aan te moeten hangen die verklaart waarom je dat ervaart. Idem voor een ervaring waarin je merkt dat je lichaam reageert op de ander. In plaats van het te gaan labelen als “dit is mijn open emotionele centrum,” kan je gewoon nieuwsgierig blijven naar de ervaring zelf en op basis van dat bewustzijn helderheid ervaren over wat nodig is, wat jouw lichaam van jou vraagt.
  • Gebruik het lichaam dus als een kompas. Concepten zitten in het hoofd, maar het gevoel van “zijn” uit zich in sensaties (spanning, ontspanning, warmte, kriebels, ademhaling, etc.). Wat gebeurt er als je simpelweg daar je aandacht richt en er contact mee maakt, zonder het te willen labelen of verklaren?
  • Vraag jezelf “wie weet dit?” Als je denkt “ik ben een Generator” of “ik ben emotioneel gedefinieerd,” vraag dan: oké, en wie is die “ik” die dat denkt? Dit ontmaskert vaak de mentale laag die op je ervaring zit en brengt je terug naar het bewustzijn dat voorafgaat aan die gedachte.

Kortom, eigenlijk ben ik nu op een andere manier ook de Gene Keys-aanpak aan het uiteenzetten, namelijk die van contemplatie, onderzoek (inquiry), geduld en zachtaardigheid, als pijlers in het creëren van een bewustzijn van die ruimte waar ik over spreek.

Human Design kan op die manier wel helpen om patronen te herkennen: “Oh, ik voel de druk om te initiëren, maar mijn body graph zegt dat ik moet ‘wachten’ — dus wat gebeurt er in die ruimte, in dat lichaam dat ik heb, en wat maakt mijn mind daarvan?”

Je identificeert je niet met “ik ben een wacht-type”, maar je merkt simpelweg op dat er een wachten wordt gevraagd als ingang tot het ervaren van wie je bent, wat dus inderdaad de automatische piloot van de mind die die ruimte wil opvullen kan onderbreken, waardoor je weer verbinding maakt met die stille ruimte en ervaart wat daar gebeurt. Wachten doe je immers niet vanuit een mentaal weten en een daaropvolgende strategie die je mentaal inzet, maar vanuit een “zijn.” Dat is volgens mij waar Ra naar verwees, maar wat ondergesneeuwd is geraakt door al die mentale contructies in het systeem.

Bovendien kan je op die manier inderdaad conditionering spotten: doe ik dit omdat het zo hoort of omdat ik het altijd zo doe of gedaan heb, of omdat mijn lichaam daadwerkelijk aangeeft dat dit nodig is?

Dus dat “Wachten” in het Human Design Systeem is slechts een soort speelkaart die je trekt. Het bepaalt niet jouw leven, noch zegt het iets over wie je bent. Maar het nodigt je uit om het spel te spelen en te kijken of daar iets kan ontstaan wat jou wél iets vertelt over jouw leven en wie je bent. En zo kan je elk element uit je grafiek benaderen op een speelse manier, net zoals een Gene Key niet samenvat wie je bent, maar een façet van het leven afbeeldt dat jou uitnodigt daar even bij stil te staan en te kijken wat dat met jou doet. Het goud zit in wat er dan naar boven komt, niet in die Gene Key zelf, want die Gene Key betekent niets zonder een ervaring van de spelkaart in het speelveld. En die ervaring kan echt van alles zijn, is uniek voor elk.

Het einddoel is steeds om voorbij het systeem te gaan en terug naar die lege, stille aanwezigheid die geen label nodig heeft maar voorbij labels en interpretaties opereert. Dat is waar die ervaring van “wie of wat jij bent” zich kenbaar maakt. Dat is ook de ruimte waar je in verbinding komt met de ervaring van het leven zelf. En die ervaring kan zelfs haaks staan op wat de body graph zegt, wat niet per se wil zeggen dat je in je niet-zelf zit, maar puur zegt dat de body graph slechts een mentale constructie is en de mind nooit het hele plaatje kent.

Ons lichaam leeft het leven, altijd, op elk moment, in elk moment, terwijl de mind dénkt dat het het leven leeft. Dat is een grote nuance. Het leven wordt niet geleefd vanuit de mind, maar doorheen de vorm, ons lichaam. En de mind is slechts de passagier in dat lichaam dat getuige kan zijn van die ervaring van het leven en die ook op een creatieve manier woorden kan geven aan hoe dat eruit ziet. Maar er zijn geen woorden of mentale concepten die die ervaring kunnen “vangen.”

Het radicale experiment is er dus eentje van de volgende vragen:

  • Wat gebeurt er als ik geen identiteit of definitie aanneem en dus die gedachten “Dit ben ik” of “Dit ben ik niet” loslaat en simpelweg in de ervaring gaat? Dat je die “ankerpunten” in de body graph puur ziet als een uitnodiging tot spel van bewustzijn zonder eindconclusie?
  • Wie ben jij zonder jouw verhaal? Je merkt misschien van alles op in je lijf dat gevoeld en ervaren wil worden, maar zonder naar een oorzaak of verklaring te zoeken (want dan leid je jezelf af van wat je lichaam jou wil vertellen).
  • Waar eindigt het Human Design Systeem en waar begin “ik”? Als Human Design zegt “Projectors moeten wachten op de uitnodiging” maar je voelt een impuls om te handelen of te spreken: wat is “waar”? En durf je dat te volgen om te ontdekken wat die ervaring vervolgens is? Wat leer je uit die ervaring en kan je ook dat weer loslaten en niet als een absoluut zien, maar een ervaring van dat ene moment?

Natuurlijk, zonder labels en verklaringen voelt het soms alsof je dan gereduceerd wordt tot niets, wat verwarrend of zelfs beangstigend kan zijn. Maar dat “niets” is eigenlijk ruimte voor alles. Misschien ontdek je dan als vanzelf dat jouw wezen een bepaalde kern of stabiliteit bevat (niet te noemen in woorden) en dat andere delen van jezelf variabel en flexibel zijn.

Het enige wat je namelijk écht bent, is het bewustzijn dat al die labels en interpretaties waarneemt. Systemen zoals Human Design kunnen speelse spiegels en fascinerende wegwijzers zijn, maar de bedoeling is volgens mij uiteindelijk:

  • Vrij zijn van externe modellen en concepten die je willen definiëren;
  • Vertrouwen in directe ervaring van jezelf en het leven;
  • Simpelweg “zijn” omdat dat jouw geboorterecht is.

Net zoals AI, die ik eerder gebruikte om het wetenschappelijke experiment uit te leggen, alleen maar kan beschrijven wat het is om mens te zijn, maar “ik” en “jij” zijn degene die het kunnen “zijn.” AI zal dat nooit kunnen ervaren, ongeacht hoe slim die is. Laten we onszelf niet reduceren tot een machine, maar de totaliteit omarmen van wat het is om mens te zijn, bewustzijn in de vorm. Althans, naar mijn gevoel is dat echt de oefening die Human Design ons wil leren, alleen is het zoeken naar hoe Human Design als systeem ons daarin kan helpen, zonder dat het de mentale gevangenis wordt die het uiteindelijk wel is geworden voor velen, waarmee we onszelf bewapenen alsof we elkaar moeten bestrijden. Of zoals Adyashanti het zo mooi zei:

“You are not a thing. You are the open space where all things happen.”

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt cookies. Indien je doorgaat met het gebruik van deze website, dan ga je akkoord met het gebruik van cookies.  Meer info